M. van de Haar
Wanneer twee mensen van hetzelfde bedrijf apart van elkaar reageren op mijn oproep voor een kijkje in de wegenbouw, dan moet zo’n afspraak te combineren zijn. Ik stuurde aan allebei een reactie en vervolgens had ik met Hugo Weijgerste (55) contact. Met hem had ik een heel gezellig gesprek, waarbij meteen duidelijk was dat we gezamenlijk een reportage gingen maken. En zo reed ik op een zaterdagochtend naar het gezellige Haarlemmerliede. Een mooie plek in Noord-Holland, maar niet de plek waar het bedrijf gevestigd is. Beide chauffeurs staan daar op een rustplaats, zodat de afspraak gecombineerd kon worden.

Wanneer ik binnenloop, zitten er twee mannen met een grote glimlach aan tafel. Ik word hartelijk verwelkomd. “Koffie in een beker met wat melk, is het toch?”, aldus een vrolijke Hugo. Ik reageer bevestigend en leg mijn spullen neer. Stel mij ook voor aan zijn collega Bas van de Haar (23). Het valt mij direct op, dat de mannen goed op elkaar ingespeeld zijn. Ze hoeven elkaar maar aan te kijken en weten direct wat de ander bedoelt. Of het nu serieus is, of een geintje, het is hen direct duidelijk.
Team Asfalt
Bas en Hugo werken al een behoorlijk aantal jaren samen en Bas vertelt dan ook trots: ”Weet je het is niet altijd makkelijk als de zoon van de baas. Maar gelukkig voor mij, heeft Hugo als één van de weinige er wél doorheen gekeken. Wil je werken? Dan is het goed! Je hoeft ook niet stil te gaan zitten bij Hugo, daar houdt hij écht niet van. Hij houdt er wel van, om tijdens het werk normaal te doen. Al is hij heus wel in voor een dolletje. Maar dan moet het wel kunnen.”

Als ik Bas vraag of hij Hugo als leermeester in het ‘asfaltvak’ ziet, kijkt hij mij strak aan. “Ja, absoluut,” zegt hij. “Ik heb natuurlijk altijd al iets met asfalt gehad. Het zit in je DNA (of niet), maar ik weet natuurlijk ook niet alles. Dus ja, ik heb veel geleerd van Hugo. Trouwens, nog steeds! Zo nu en dan bel ik hem met een vraag over hoe het zit? En dan kan Hugo mij eigenlijk alles wel vertellen. Dat is heel fijn.” Hugo glimlacht en zegt met een knipoog: ”Wij tweeën zijn op dit moment de enige die hier het asfalt rijden, dus mogen wij ons best wel ‘Team Asfalt’ noemen, hahaha.”
Wat opvalt, is dat het een leuk klein bedrijf is. Hoe bevalt dat? Hugo springt daar direct op in: ”We rijden nu met vier wagens rond. Weet je wat het voordeel is? Ten eerste, je bent géén nummer, de werkgever kent je bij naam. Dat is al prettig. Ten tweede, wanneer er iets is, help je elkaar uit de brand. Het maakt niet uit wie of wat, je doet het gewoon. Je staat klaar voor elkaar.”

Het zit in je DNA
Zoals eerder aangegeven, sommige dingen zit nou eenmaal in het DNA. Als je zaken dan kunt combineren, is dat geweldig. Bij Bas stond het van jongs af aan al vast, dat hij dit werk zou gaan doen. Zoals ze zeggen, van huis uit meegekregen. Maar toch is Bas elders gestart, even een kleine afstand creëren en ergens anders ervaring op te doen. Bas vertelt: ”Het was een mooie periode en ik heb daar écht wel wat geleerd. Maar als ik kijk hoe het er bij ons aan toegaat, ben ik heel blij dat ik bepaalde veranderingen mee kan en mag maken. En om maar gelijk een verkeerd beeld de wereld uit te helpen, haak ik ook even in op mijn wagen. Ik rijd nu wel op een ‘dikke’ Scania R530 V8, maar die heb ik echt niet gelijk gekregen. Ik ben gestart op andere wagens en het is mij als zoon van de baas heus niet gemakkelijker gemaakt. Misschien moest ik juist wel harder mijn best doen en extra presteren.”
Hugo glimlacht en neemt het woord. “Transport zit écht in mijn DNA. Of, zoals mijn vrouw zou zeggen, als ik op nummer één sta en niet jouw vrachtwagen, dan moet ik betalen voor het werken. Dan gaat er iets niet goed”. Bij Hugo stroomt er ‘diesel door zijn aderen’. Op zijn 15de begon hij al vrachtwagens te wassen en daarna was hij al snel een bijrijder. Om verder te groeien als voorwaardig chauffeur, heeft hij zowel nationaal als internationaal heel wat kilometers afgelegd.

Ik ben benieuwd wat Hugo het mooiste vindt, wat hij tot nu toe heeft gedaan? Zonder twijfel zegt hij: “De ritten van vroeger richting Moskou bijvoorbeeld. Dat waren mooie tijden! Niet alles hoeft terug van die tijd, maar in positieve zin van het woord, was alles wel anders. Maar, ik heb hier wel goed naar mijn zin. Er staat buiten een mooie DAF CF 480 met kraan, waar ik mee mag werken. Mij hoor je niet klagen, mooi werk en mooi spul.”
Ergernissen zijn er overal
Tijdens de koffie hebben de heren mooie en positieve verhalen over het vak. Zijn er dan geen ergernissen? Ze schieten in de lach. “Ken je die rode kruizen boven de snelweg? Die zijn er niet voor niks. Sommige mensen willen niet begrijpen dat je er dan niet mag én ook niet kan rijden. Mensen zijn gewoontedieren, als het normaliter kan, moet het nu ook.”
“Wanneer wij naar de locatie rijden” zegt Hugo, “Dan mogen wij als werkverkeer met de lampen aan, door een afzetting rijden. Dan zijn er weggebruikers die klakkeloos achter je aan rijden. Op zulke momenten vraag ik mij weleens af, hoe heb jij je rijbewijs gehaald? Bekeuringen voor door een afzetting rijden of het rode kruis negeren, kunnen mij niet hoog genoeg zijn. Het is dat het niet kan vanwege veiligheidsregels, maar zulke personen zou je het liefst een nacht mee laten draaien. Gewoon laten ervaren wat wij allemaal meemaken.”

Mooi ervaring rijker
Ik heb nog zoveel vragen gesteld, maar helaas kan ik niet alles in deze reportage verwerken. Op een werklocatie nabij Schiphol, maken we foto’s. Bij terugkomst nemen we afscheid, vertrek ik en ben een mooie ervaring rijker. Wetende dat niets in de wegenbouw is wat het lijkt, zou er volgens mij veel meer begrip moeten komen voor deze mensen. Wanneer wij ’s nachts slapen, zijn zij aan het werk om er voor te zorgen dat een wegafsluiting niet te lang duurt. Dus de volgende keer als je zo’n wagen ziet rijden, steek eens je duim omhoog en schenk een glimlach. Want zonder deze mensen zouden onze wegen een stuk minder begaanbaar zijn.

Bedankt Hugo en Bas voor jullie enthousiasme en gezelligheid! Ik vond het zeer geslaagd,
Jantine